Griezeltheater in Ravenstein

Werkbezoek aan voorstelling door stichting Meijnen en Couprie, “Een schone dood”. Ravenstein, 6 september 2012.

Grand Guignol was een theater in Parijs dat geopend was tussen 1897 en 1962. Deze poppenkast voor volwassenen – zonder poppen – genoot in Parijs en London ongekende populariteit. In kleine theatertjes werden stukken opgevoerd die de kijker meevoerden naar een macabere fantasiewereld waarin de duistere zijde van het menselijk brein werd uitvergroot en geëxploiteerd: oogkerven, keelsnijden, zuurgooien, of een andere gruwelijke climax deden de toeschouwers sidderen van afschuw. Hoe meer mensen er flauwvielen, hoe groter het succes. Een typische avond in het Grand Guignol theater bestond uit korte toneelstukken, variërend van spannende misdaaddrama’s tot vunzige sekskluchten. De sensationele en erotische stukken waren geliefd bij kunstenaars en intellectuelen, maar ook bij buurtbewoners.

De uitvoering van “een schone dood” in het schilderachtige Ravenstein was een bijzondere ervaring. Ik stapte uit op een verlaten station en liep in totale stilte langs het spoor richting het centrum. Ik hoorde alleen mijn eigen hakken op het asfalt tikken en wat vogels fluiten. Het was duidelijk Goede Vrijdag. Via een parkje en een grachtje liep ik een idyllisch mooi vestingdorpje in met 17e eeuwse huisjes, dicht op elkaar en met fraaie lindebomen in de straten. Nog steeds was het doodstil. Ik dacht: klopt het wel? Heb ik wel de juiste datum in mijn agenda gezet? Tot mijn geruststelling zag ik wat fietsers en wandelaars opdoemen in de straatjes. Ze hadden allemaal hetzelfde doel: Stadsherberg de Keurvorst. In de stilte van het dorp was de Herberg een plek van eten, praten, drinken… 40 bezoekers van de voorstelling én bewoners van het dorp leken allemaal verzameld te zijn in het restaurant. Ik sprak Erik Karel de Vries, de schrijver en dramaturg van Een schone dood. Hij woont sinds 7 jaar in het dorp en heeft de gemeenschap al veel goeds gebracht door De Vloek van Ravenstein en Elsa van Brabant, beiden met subsidie van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Hij besloot na wat research om tussen deze twee grote producties een kleine te maken rondom Grand Guignol, gruweltheater. In de Stadsherberg kwam iedereen langzaam in beweging: buiten stond een oude, rode, bus te wachten voor het publiek. De bezoekers mochten instappen. De luxaflex waren naar beneden, want we reden naar “een geheime locatie”. Bij een vervallen huis mochten we uitstappen en bij het vuur op de binnenplaats gaan zitten. Twee in het zwart geklede bewakers wezen het publiek zwijgend de weg. Daarna werd thee en koffie geserveerd in een oude schuur.

De bewakers openden de deuren van een andere, hoge, schuur die omgetoverd was tot woonkamer en nodigde het publiek uit om plaats te nemen op oude fauteuils en stoelen. “Een schone dood” werd uitgevoerd door 4 amateurhoofdrolspelers die een prachtige spanning opbouwden over macht en erotiek. Er waren de nodige griezeleffecten zoals doorgesneden kelen en stuiptrekkingen na vergiftiging. Deze hadden lachwekkend kunnen zijn, maar de acteurs slaagden er goed in om het drama centraal te stellen in deze vorm van gruweltheater. Er waren twee aktes met een pauze tussenbeide. De aktes begonnen hetzelfde, maar kregen ieder een andere dramatische wending. In de intieme ruimte van de woonkamer met mooie belichting slaagden de acteurs er door hun “kleine” spel goed in het publiek aan zich te binden. De tien voorstellingen waren allen uitverkocht. Een mooie toegevoegde waarde voor de ontwikkeling van amateurtheater in Nederland.