Sommige mensen denken dat als je bij een gemeente werkt, je de hele dag zit te gapen. Je begint de dag met een uitgebreide terugkijk op de vorige dag met collega’s die je die vorige dag ook al hebt verteld hoe het de dag ervoor was gegaan. Je loopt drie keer naar de koffieautomaat voordat je je computer opstart. En ja, het opstarten van een computer bij een gemeente duurt natuurlijk ook lang. Dus ga je even de lokale krant bekijken die op de leestafel ligt. En dan komt natuurlijk nog even een collega langs die de laatste roddel over de wethouder heeft. Even mee-verontwaardigen, dat hoort erbij. En zo is het 10.30 uur voordat je je zuchtend achter de pc nestelt. Oh nee, eerst nog een kop koffie.
Mijn ervaring is totaal anders. Zou het komen door mijn vakgebied: cultuur en overheid? Ik krijg die indruk zo langzamerhand wel. Het domein cultuur bij een gemeente is een speelveld van krachten: artistiek (pfff gelukkig wel), politiek, ambtelijk, organisatorisch, relationeel en financieel. Het is niet een domein waar louter (of alleen)de ratio de voorrang heeft. De subsidiebedragen die er in cultuur omgaan zijn vaak historisch gegroeid. Terugbrengen naar bedragen die gebaseerd zijn op kengetallen? Fair Pay in de cultuursubsidies? Vergeet het.
Cultuur bij gemeenten is helemaal niet saai, maar juist dynamisch en chaotisch. Veel wethouders voelen zich onzeker in deze portefeuille. “Wat weet ik nou van kunst?” denkt de politicus. De één pareert deze gedacht met negativiteit: die kunstensector is belachelijk, ze moeten maar ’s leren. De ander laat zich leiden door de stevige lobby van de mensen die er wél verstand van hebben: de kunstdirecteuren uit de gemeente. Dat gaat lang niet altijd goed, natuurlijk. Een volgende wethouder laat zich stevig adviseren door de cultuurambtenaar (de auteur van dit stukje) en ontdekt dat de cultuurwereld een speeltuin is waarin je het spel moet leren spelen en waar ontzettend veel te ontdekken en te genieten valt.
Toch merk ik dat ambtenaren en politici in een soort crisis-management-houding schieten als het over cultuur gaat. Bloed- en bloedserieus. Dan krijg ik wel ’s de neiging om te zeggen: even zitten, even gapen, even een kop koffie. Het komt allemaal goed.